asbestinventarisatie
Heb je een vraag?
Het woord ‘asbest’ is afgeleid van het Griekse woord ‘Asbestos’, wat onverwoestbaar betekent. Asbest is een delfstof en de verzamelnaam voor 6 in de natuur voorkomende mineralen. Asbest mineralen zijn ontstaan door langdurige geologische processen. De vorm van een asbestvezel is meestal langwerpig. Aan deze speciale vezelstructuur heeft asbest haar goede maar helaas ook haar slechte eigenschappen te danken.
De meest toegepaste soorten asbest zijn respectievelijk Chrysotiel (witte asbest), Amosiet (bruine asbest) en Crocidoliet (blauwe asbest). Daarnaast bestaan er ook nog de soorten Anthophyliet, Actinoliet en Tremoliet, deze soorten zijn echter zeer beperkt gebruikt.
Asbest is toegepast in veel materialen. Meestal zijn de asbestvezels vermengd met een andere stof zoals bijvoorbeeld cement of lijm. De meest voorkomende toepassingen zijn bijvoorbeeld golfplaten, wand en gevelbeplating en buizen. Er zijn echter talloze andere materialen waarin asbest is toegepast. Asbest is vooral gebruikt om zijn duurzame eigenschappen; zeer bestendig tegen weer en wind, hoge temperaturen, bestand tegen chemische stoffen en biologisch niet afbreekbaar.
Asbest is in Nederland voornamelijk gebruikt in de periode na de 2e wereldoorlog. Vooral de jaren ’60 – ’80 zijn asbestproducten veel toegepast. In 1993 is het toepassen van asbest in Nederland verboden.
Asbestvezels zijn kleine dunne langwerpige vezels en nauwelijks met het ‘blote’ oog waarneembaar. Ze kunnen, wanneer ze (in grote hoeveelheden) worden ingeademd, longkanker, longvlies- en buikvlieskanker (mesothelioom) en stoflongen (asbestose) veroorzaken. De ziekten openbaren zich pas na vele jaren (10-30 jaar). Asbest is alleen gevaarlijk wanneer de vezels vrijkomen en worden ingeademd. Asbestvezels die goed gebonden zijn (zoals bijvoorbeeld asbestcement) kunnen niet zomaar worden ingeademd zolang het materiaal niet wordt bewerkt (zagen, breken enz.).
In een beperkt aantal situaties mag een particulier zelf asbest verwijderen. Dit mag bijvoorbeeld als het hechtgebonden en niet verweerde toepassingen betreft. Ook moet de omvang beperkt zijn en moet het asbesthoudende materiaal zonder te bewerken te verwijderen zijn. Bedrijven moeten altijd in alle situaties het asbest laten verwijderen door een gecertificeerd bedrijf.
Dat is alleen mogelijk door een monster van het materiaal te laten onderzoeken in een gespecialiseerd laboratorium. Met behulp van microscopisch onderzoek kan bepaald worden om welke soort asbest het gaat.
Nobranda en Eterniet zijn merknamen van bouwmaterialen. Wanneer deze materialen voor 1994 zijn toegepast kunnen deze asbesthoudend zijn. PJ Milieu BV kan de asbestinventarisatie uitvoeren om te bepalen of de materialen asbesthoudend zijn of niet.
70% van de mensen die langdurig in asbest heeft gewerkt, krijgt geen gezondheidsklachten. Dat klinkt goed, maar dan houden we 3 op de 10 personen over die er wel ziek van zijn geworden, na 10 jaar of na 30 jaar. Onze medewerkers zijn wekelijks op zoek naar asbest en gebruiken daarom persoonlijke beschermingsmiddelen.
bodemonderzoek
Heb je een vraag?
Een dergelijke verklaring bestaat niet, maar wordt in de volksmond nog wel veel gebruikt. De term roept ook verwarring op. Schone grond zou een bodem zijn waarin geen verhoogde gehalten worden gemeten. Vaak is dat niet het geval en worden vooral in de eerste halve meter van de grond of het grondwater licht verhoogde gehalten aangetoond. Correcter is het gebruik van de term ‘verkennend bodemonderzoek’. Een dergelijk onderzoek wordt gedaan om te kijken of de kwaliteit van de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik, bijvoorbeeld wonen. Een licht verontreinigde bodem (formeel dus niet schoon) staat een dergelijk gebruik niet in de weg en vormt geen belemmering om een vergunning af te geven.
Ja, daarover kunnen afspraken worden gemaakt. Wij kunnen echter nooit uitsluiten dat aanvullend onderzoek nodig is. Tenslotte doen we niet voor niets verkennend onderzoek. Waarnemingen in het veld of analyseresultaten kunnen aanleiding geven om (soms verplicht) aanvullend onderzoek te adviseren. In sommige gevallen volgt op een verkennend bodemonderzoek een nader bodemonderzoek of een bodemsanering. Daarvoor gelden aparte tarieven en kunnen uiteraard prijsopgaves worden gedaan. Voor meer achtergrondinformatie verwijzen wij u naar informatie elders op deze website.
Nee, de monsters van de grond en het grondwater worden onderzocht bij een extern (zogenaamd RvA geaccrediteerd) laboratorium.
Ja, PJ Milieu BV beschikt over diverse (verplichte) erkenningen en certificaten. Voor bodemonderzoek geldt bijvoorbeeld dat het veldwerk wordt uitgevoerd conform de zogenaamde BRL SIKB 2000 (Beoordelingsrichtlijn voor het SIKB-procescertificaat voor veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek ). De uitvoerende personen zijn gecertificeerd voor de protocollen 2001 (plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen) en 2002 (nemen van grondwatermonsters). Voor asbestinventarisaties, partijkeuringen en bodemsaneringen gelden weer andere BRL’s en protocollen. Ook hiervoor is PJ Milieu BV in zijn geheel of zijn personen erkend en gecertificeerd.
Ja, vrijwel alle verkennende bodemonderzoeken worden uitgevoerd volgens de NEN 5740 ( Bodem. Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek ). Een dergelijk onderzoek wordt vaak voorafgegaan door een (verplicht) uit te voeren vooronderzoek volgens de NEN 5725 ( Bodem. Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek ).
Nee, in veel gevallen niet. In sommige gevallen kan het wel wenselijk of nodig zijn. Dit geldt dan bijvoorbeeld voor bedrijfspanden waarin klinkerbestrating ligt waarop olievlekken zichtbaar zijn. Een ander voorbeeld is de locatie van een ondergrondse tank die in het verleden onder een pand lag. Ook als de locatie grotendeels bebouwd is kan het, indien het gebruik zich daarvoor leent, wenselijk zijn om ook binnen te boren.
Belangrijk is een duidelijk tekening waarop de grenzen van de te onderzoeken locatie zijn aangegeven. Vaak voldoet een kadastrale kaart. Daarnaast zijn van belang de historische informatie van de locatie en informatie over de huidige inrichting. Het verstrekken van enkele foto’s wordt ook op prijs gesteld. Tenslotte moet duidelijk zijn op naam van wie het onderzoek moet worden uitgevoerd.
Nee, in principe niet. PJ Milieu BV bepaalt de plaatsen, binnen de overeengekomen grenzen van de te onderzoeken locatie, waar de boringen worden verricht. Uitzondering zijn bijvoorbeeld verwarmde of vloeistofdichte verhardingen. Uiteraard worden ook in woonhuizen, kantoren, kelders en dergelijke in principe geen boringen verricht. De gevolgde werkwijze wordt altijd beschreven in het rapport.
Veldwerk wordt uitgevoerd tussen ongeveer 07.00 uur en 16.00 uur. Er moet altijd wel voldoende daglicht zijn, dus in de wintertijd wordt vaak niet eerder gestart dan 8 uur.
Nee, in principe niet tenzij u nog informatie wilt verstrekken of wilt overleggen met de monsternemers. Als PJ Milieu BV beschikt over een duidelijke tekening en als de locatie toegankelijk is (geopende hekken en deuren) dan hebben de medewerkers van PJ Milieu BV voldoende ervaring om een onderzoek vlot en deskundig uit te voeren.
De NEN 5740 geeft hierover richtlijnen. De boordiepte is sterk afhankelijk van de grondwaterstand. Deze bevindt zich in Nederland vaak tussen 1,0 en 1,5 meter minus maaiveld. In dat geval wordt de peilbuis geplaatst op een diepte van ongeveer 3 meter minus maaiveld. Bij diepere grondwaterstanden kan het voorkomen dat de peilbuis op een diepte van 6,5 meter komt. De grond wordt over het algemeen bemonsterd tot rond de grondwaterstand.
Meestal betreft het een beletterde Volkswagen Transporter waarachter zich soms een aanhangwagen. bevindt.
Het veldwerk wordt vrijwel altijd uitgevoerd met een zogenaamde edelmanboor. Dit is een handboor, vergelijkbaar met een palenboor, met een doorsnede van circa 5 cm. Eventuele boringen in beton hebben een diameter van 12-15 cm. In sommige gevallen is er sprake van een ‘handmatig niet doordringbare laag’ (denk aan puin). Deze moet soms mechanisch doorgeboord worden. PJ Milieu BV beschikt daarvoor over een machine (vrij klein ‘apparaat’ op rupsbanden) welke voorzien is van een zogenaamde avegaarboor. Boorgaten worden na de bemonstering altijd weer afgewerkt.
In onze offertes staat daarover het volgende: de opdrachtgever verstrekt bij opdrachtverlening aan PJ Milieu BV informatie over de ligging van eventuele ondergrondse kabels, leidingen en tanks. PJ Milieu BV is niet aansprakelijk voor schade aan ondergrondse installaties, waarvan de situering voor aanvang van de werkzaamheden niet exact bekend is. In onderling overleg kan er altijd een zogenaamde KLIC-melding worden gedaan. Deze wordt sowieso gedaan als boringen mechanisch (met een machine) worden verricht.
Vaak wel, maar niet altijd. In sommige gevallen volgt op een verkennend bodemonderzoek een nader bodemonderzoek of een bodemsanering (zie ook ‘Kan onderzoek voor een vast tarief worden uitgevoerd?’).
De standaardlevertijd, van opdrachtverlening tot de oplevering van de rapportage, is circa 4 tot 5 weken. In onderling overleg (en soms tegen meerkosten) is het mogelijk deze termijn te verkorten. In geval van bijvoorbeeld landelijke vakanties of een lange en strenge vorstperiode kan genoemde termijn langer zijn. Uiteraard wordt de termijn ook langer als aanvullend onderzoek nodig is of als het vooronderzoek langer duurt dan verwacht.
Het is gebruikelijk om niet alleen de bouwlocatie te onderzoeken maar ook de bijbehorende (toekomstige) tuin en/of omliggende grond. Immers daar wordt ook geleefd en gewoond en kan het bijvoorbeeld voorkomen dat er kinderen spelen.
De analyseresultaten worden onderverdeeld in 4 verschillende gradaties, namelijk niet verhoogd, licht, matig of sterk verhoogd. Als er geen verhoogde gehalten zijn aangetoond blijft de hypothese ‘onverdacht’ gehandhaafd. Als er matig of sterk verhoogde gehalten zijn aangetoond, is over het algemeen verder onderzoek nodig. Bij licht verhoogde gehalten geldt dit niet. De bodem is weliswaar licht verontreinigd maar dat is op veel plaatsen het geval in Nederland. Aan dergelijke verontreinigingen zijn geen risico’s verbonden. Op bijvoorbeeld een licht verontreinigde bovengrond kan veilig gewoond worden.
Helaas. Net als de tandarts zijn we op zoek naar de ‘rotte kiezen’. Als wij het niet vinden, heb je er later last van. Wat je vooraf weet, kan je vooraf plannen. Komt de aannemer of het nutsbedrijf het in het werk tegen, dan kan je een strop hebben.
Als we weten dat er verontreiniging zit, dan proberen we de omvang zo goed mogelijk vast te stellen door eromheen te boren (nader bodemonderzoek conform NTA 5755) Boor je er te ver vandaan, dan lijkt de vlek groter dan dat hij in werkelijkheid is. (link naar nader onderzoek)
Goud hebben we helaas nog niet gevonden in de Nederlandse bodem. Bodemverontreiniging komen we regelmatig tegen, bijvoorbeeld gelekte dieselolie, lood in oudstedelijk gebied of asbesthoudend puin onder wegen.
Na afronding van een onderzoek doen we verslag van wat we ‘gevonden’ hebben. Dat rapport gaat alleen naar de opdrachtgever.
Dit is een gouwe ouwe. Met de hand kunnen we circa 6 meter diep boren. Staat het grondwater laag, dan zelfs nog wat verder. Met de machine komen we wel tot 150 meter als dat nodig is. Maar er komt weinig rijst naar boven.
Het opnieuw bemonsteren van het grondwater heeft meestal als reden dat er een te hoog gehalte is aangetoond.
Een peilbuis wordt een week na plaatsing bemonsterd. De norm schrijft dit voor. Tijdens het plaatsen is het evenwicht tussen grond en grondwater verstoord. Dat kan zich dan herstellen.
Als de peilbuis langer heeft gestaan (de bodem meer rust gehad heeft) kan het voorkomen dat het matig of sterk verhoogde gehalte niet opnieuw wordt aangetoond.
Bij de beoordeling van de rapportage zal een omgevingsdienst / gemeente ook vaak een herbemonstering voorschrijven (stap 1). Als het verhoogde gehalte opnieuw wordt aangetoond is het misschien nodig om aanvullende veld-/analysewerkzaamheden uit te voeren (stap 2). Maar vaak is een herbemonstering voldoende en gaat de rapportage daarna vlot door de beoordeling.
Het aantal boringen en te analyseren monsters is gebaseerd op de norm NEN 5740. Zo worden er op een locatie bijvoorbeeld 4 boringen verricht. De norm schrijft dan voor dat er één analyse van de bovengrond moet worden verricht. Om een “compleet” beeld van de locatie te krijgen worden de monsters van deze 4 boringen (zo mogelijk) op het laboratorium gemengd voor één analyse. Als uit deze analyse één of meerdere parameters matig of sterk verhoogd worden aangetoond, is het de vraag welke boring die verhoogde gehalten veroorzaakt: is de hele locatie vies of slechts één boring? Door het uitsplitsen van het monster heb je hier meer duidelijkheid over: de separate monsters worden dan geanalyseerd. Vaak volgt hierop het advies voor aanvullende veld- en/of analysewerkzaamheden. Dit nader onderzoek kan na de uitsplitsing gericht worden uitgevoerd.
bodemsanering
Heb je een vraag?
Deze hangen van veel zaken af. Hoeveel grond moet ontgraven worden, moet er bemalen worden, is het grondwater ook verontreinigd, wat voor soort verontreiniging is het? PJ Milieu BV kan voor elke bodemverontreiniging (al dan niet verplicht te saneren) een fictieve kostenraming voor sanering opstellen.
keuring asfalt, grond en bouwstoffen
Heb je een vraag?
Bij een partijkeuring moeten de monsters rastermatig genomen worden over de gehele partij. Een depot dat er strak bijligt is gemakkelijk in te meten en goed beloopbaar. Dat bevordert het werkplezier en de betrouwbaarheid van de keuring.
algemeen
Heb je een vraag?
We beginnen met een verkennend onderzoek. Wordt er iets gevonden, dan zal dat nader onderzocht moeten worden. Dat betekent extra boringen en extra analyses. We vragen altijd eerst toestemming voordat we extra kosten maken.
Het is te vergelijken met een bezoek aan de huisarts. Hoort hij iets aan de longen, dan zal de huisarts u doorsturen naar de specialist. (link naar bodemonderzoek)
Het beste antwoord komt uit het boekje van Jos Burgers: Wij doen aan maatschappelijke verantwoord ondernemen. Dat betekent dat degenen die het kunnen betalen iets meer moeten geven. Zodat wij degenen die het nodig hebben korting kunnen verstrekken en bovendien nog iets overhouden voor goede doelen. (link naar toekomstbestendig ondernemen)
Of: als ik korting kan geven, dan heb ik in eerste instantie teveel gerekend.
Soms kan dat, soms is het niet verstandig. Het is belangrijk om goed af te stemmen met elkaar wat aanleiding en doel zijn van het onderzoek.
Ga je een schoon stuk weiland verkopen, dan hoef je helemaal geen onderzoek te doen. Dat is goedkoper.
Wil je niet het hele pand slopen, maar 1 vleugel, dan kan je ervoor kiezen alleen de vleugel te inventariseren. Dat is (in ieder geval voor de korte termijn) goedkoper.
Maar andersom kan ook: Je bent van plan om alleen de historie te laten onderzoeken, maar omdat er een chemische fabriek heeft gestaan op het te bebouwen perceel, zullen wij voorstellen om meer onderzoek te doen. (link naar bodemonderzoek)
Concurrentie is goed, dat houdt ons scherp. De wedervraag is altijd: Levert de concullega ook dezelfde onderzoeksinspanning? Zo niet, dan is de concullega wat vergeten. Of hij heeft slimmer nagedacht. Dat laatste gebeurt gelukkig niet zo vaak.
Sinds wij kredietbeperking op de factuur zetten, is het aantal wanbetalers fors lager.
De doorlooptijd is per type onderzoek verschillend. Dat varieert van enkele dagen tot enkele maanden. Het is dus belangrijk om bij opdracht af te stemmen wanneer de resultaten bekend moeten zijn.
Een asbestinventarisatierapport is 3 jaar geldig. Monitoring van grondwaterkwaliteit is vaak per jaar of per 2 jaar. Voor bodemonderzoeksrapporten bij ondergrondse tanks wordt 1 jaar aangehouden. Voor overige bodemonderzoeksrapporten is er geen wettelijke geldigheidsduur. Vaak wordt 5 jaar aangehouden.
Het antwoord is altijd ‘ja’. We proberen ons materieel zo te parkeren dat niemand er last van heeft, maar zo nodig zetten we het aan de kant.
We werken een onderzoek vlot af, maar we nemen ook graag even een kwartiertje pauze voor een bak koffie en een praatje. Dank u wel.
Dat kunnen er 4 zijn. Anneke, Henriëtte, Jantine of Maja. Ze zijn ons allemaal even lief.
We krijgen overigens nooit de vraag of we ook lieve heren hebben. Is daar minder behoefte aan?
De buitenploegen werken normaal gesproken van 7 tot 16 uur. Als ze meerdere onderzoeken op 1 dag uitvoeren, kan het zijn dat ze midden op de dag komen. Een enkele keer (bijvoorbeeld bij spoorwegafsluitingen) wordt er ook ’s nachts gewerkt.
In Nijkerk staan dagelijks 25 mensen voor u klaar. Bekijk hier ons team.